Vertalingen akkoord gaan NL>FR
akkoord gaan (ww.) | accorder (ww.) ; acquiescer (ww.) ; consentir (ww.) ; être d'accord avec (ww.) |
akkoord gaan | donner son accord à ; être d'accord |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `akkoord gaan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: instemmen